Aan welke eisen moet een vlambooglabel voldoen?

Vlambooglabels op verdeelkasten zijn bedoeld om betrokkenen te waarschuwen voor vlambooggevaar. Daarnaast is een vlambooglabel voorzien van informatie over de grootte van het vlambooggevaar en de bijbehorende veiligheidsmaatregelen. Het opplakken van vlambooglabels op elektrische installaties is een vast onderdeel van risicobeheersing. De informatie op de labels is afgeleid van de vlamboogberekening waarbij per verdeelkast is berekend hoeveel vlamboogenergie er maximaal kan vrijkomen als gevolg van een kortsluiting. Aangezien de NEN 3140 en de EN 50110 geen richtlijnen hebben opgenomen over het labelen van elektrische installaties zijn de voorschriften van de Amerikaanse norm NFPA 70E leidend. Volgens deze norm moet een vlambooglabel, naast de algemene waarschuwing voor vlambooggevaar, de volgende informatie bevatten: (1) Spanning, (2) Vlambooggrens, (3) Vlamboogenergie (met corresponderende werkafstand), (4) Minimale vlamboogwaarde van PBM’s en (5) Gespecificeerde lijst van vereiste PBM’s. Daarnaast is het gebruikelijk om de datum van productie te vermelden, omdat de juistheid van de informatie elke 5 jaar en na wijzigingen van de installatie geëvalueerd dient te worden.

Geen vlambooglabel bij energie van 1,2 cal/cm² of lager?

Na een vlamboogstudie is het gebruikelijk om de elektrische installaties te voorzien van label met een waarschuwing voor vlambooggevaar en aanvullende gegevens over de grootte van het gevaar en veiligheidsmaatregelen. Wanneer er op een locatie veel verdeelkasten zijn, wordt soms in overweging genomen om op kasten met een lage energie geen labels te plakken. Het argument hiervoor is dat de kasten met hoge energie beter opvallen waardoor de waarschuwing op de labels effectiever is. Deze keuze is begrijpelijk en is in combinatie met goede trainingen en instructies een manier om vlamboogrisico te beheersen. Je zult in dit geval wel heel goed moeten nadenken over de communicatie en een oplossing zoeken om twijfels bij werknemers of aannemers weg te nemen: hangen de labels er niet omdat het vlambooggevaar nihil is, of is iemand vergeten ze op te hangen? Er is nog een sterk argument om alle verdeelkasten te voorzien van vlambooglabels, inclusief de kasten waarbij de maximale vlamboogenergie 1,2 cal/cm² of lager is. De grens van 1,2 cal/cm² is de algemeen geaccepteerde drempelwaarde waarbij de kans op tweedegraads brandwonden zeer aannemelijk zijn als de energie deze waarde overstijgt. Dat betekent dus niet dat er bij een energie van 1,2 cal/cm² of lager geen vlamboog kan ontstaan met lichte verwondingen tot gevolg. Ook werkzaamheden aan elektrische installaties met lage energie wil je het liefst afronden zonder de EHBO-koffer te hoeven openen.


Wat is het verschil tussen vlambooggrens en werkafstand?

Wie regelmatig werkt met of aan elektrische installaties is zich, als het goed is, bewust van de gevaren van vlambogen. Veilig werken begint met bewustwording, maar het is vaak niet voldoende om ongevallen te voorkomen. Naast bewustwording is het belangrijk dat werknemers voldoende kennis hebben, veiligheidsmaatregelen en procedures opvolgen en de beschikking hebben over PBM’s. Een van de onderwerpen die tijdens een instructie of training aan bod moeten komen, is het interpreteren van vlambooglabels op elektrische kasten. Deze labels bevatten belangrijke informatie zoals de grootte van het vlambooggevaar is (in cal/cm²), eventueel de benodigde PBM’s en de vlambooggrens. Vooral de laatste kan voor verwarring zorgen en verdient extra aandacht. Voor het juist inschatten van het vlamboogrisico is het namelijk essentieel dat werknemers het verschil weten tussen vlambooggrens en werkafstand.

Vlambooggrens

De vlambooggrens is het punt (gemeten vanaf de bron van het vlambooggevaar) waarop de vlamboogenergie is afgenomen tot 1,2 cal/cm². De afstand tussen de bron van het vlambooggevaar en de vlambooggrens hangt volledig af van de maximale hoeveelheid energie die bij de bron vrij kan komen tijdens een kortsluiting. Als bekend is hoe hoog deze energie is, kun je de vlambooggrens berekenen. De vlamboogenergie is bijvoorbeeld vier keer zo laag bij een verdubbeling van de afstand. De vlambooggrens wordt altijd weergegeven op vlambooglabels en is ook van belang voor niet-onderrichte personen die zich tijdens werkzaamheden aan een elektrische installatie in de buurt bevinden. Zij moeten te allen tijde achter de vlambooggrens blijven. VOP’s en VP’s behoren te weten dat het overschrijden van de vlambooggrens betekent dat zij de voorgeschreven PBM’s moeten dragen en de afgesproken werkprocedures moeten volgen om de gevolgen van mogelijke vlambogen te beperken.

In de tabel hieronder vind je een aantal vlamboogenergie-waarden met de corresponderende vlambooggrenzen:

Vlamboogenergie Vlambooggrens
1,2 cal/cm² 0,5 m
4,5 cal/cm² 1,0 m
9,0 cal/cm² 1,5 m
18 cal/cm² 2,0 m
36 cal/cm² 3,0 m

Werkafstand

De werkafstand is de afstand tussen de bron van het vlambooggevaar en het punt waarop het hoofd en de torso van de werknemer zich bevinden tijdens elektrische werkzaamheden onder spanning. Deze afstand wordt vaak naar redelijkheid geschat door de ingenieur die de vlamboogberekening uitvoert. De hoogte van de vlamboogenergie op het label wordt gebaseerd op deze afstand. Hierbij moet een belangrijke kanttekening gemaakt worden. Bij sommige werkzaamheden is de afstand tussen de handen en de bron kleiner dan de werkafstand. Dat betekent dat de energie waaraan deze lichaamsdelen blootgesteld kunnen worden, hoger is dan het getal dat vermeld wordt op het label. Dit risico kun je voorafgaand aan de werkzaamheden evalueren met een taak-risico-analyse en opnemen in de werkvergunning.